Vraag & Antwoord

Om te beginnen leidt dit tot minder administratieve lasten voor alle partijen. Commissarissen die geen andere btw-belaste activiteiten kunnen het btw-ondernemerschap geheel beëindigen. Commissarissen die naast hun toezichthoudende activiteiten niet meer dan € 20.000 aan btw-belaste omzet realiseren kunnen de Kleineondernemersregeling 2020 gaan toepassen, waarbij geen btw meer in rekening wordt gebracht en ook geen aangifte meer behoeft te worden gedaan.

De nieuwe regeling kan financieel nadelig uitwerken voor de individuele commissaris, als een btw-aftrek van de commissaris op gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk komt te vervallen.

Voor organisaties die de btw niet (geheel) kunnen verrekenen is het een kostenbesparing.

Kernvraag is of bij het uitoefenen van toezichthoudende functies al dan niet sprake is van zelfstandigheid bij de uitoefening van de functie als toezichthouder.
In verreweg de meeste gevallen opereert de commissaris niet zelfstandig, maar als lid van het toezichthoudend orgaan. Daarmee is de commissaris niet langer btw-ondernemer.

De voorwaarden waaraan moet worden getoetst zijn opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën (nr. 2021-9403).

Kort samengevat komt het op het volgende neer. Als het gaat om een NV, BV of een pensioenfondsen dan blijkt uit de wet en de statuten dat toezichthoudende functionarissen hun functie niet zelfstandig uitoefenen.

Voor stichtingen en verenigingen wordt de (on-)zelfstandigheid aan de hand van de statuten vastgesteld. Meestal worden modelstatuten voor de betreffende sector toegepast, die ervan uitgaan dat er geen sprake is van zelfstandigheid.

Incidenteel kan het noodzakelijk zijn om de statuten van de organisatie op het punt van zelfstandigheid nader te (laten) bekijken. Als een individuele commissaris zelfstandig een uitspraak kan doen of een beslissing kan nemen dan kan er wel sprake zijn van brw-ondernemerschap.
In dat geval kan de toetsing het beste worden uitgevoerd door of namens de organisatie.

Nee, u bent voor deze werkzaamheden in toezichthoudende functies geen ondernemer voor de btw. Uit het besluit van de staatssecretaris blijkt dat dit ook geldt bij facturering vanuit een BV/personal holding.

Het gaat bij toezichthoudende functies om benoemingen van natuurlijke personen op persoonlijke titel. Met ‘op persoonlijke titel’ wordt bedoeld dat de natuurlijk persoon in persoon is benoemd en de activiteiten los van zijn (eventuele) onderneming of van zijn (eventuele) dienstbetrekking verricht. Dat de natuurlijk persoon gevraagd wordt vanwege bepaalde specifieke kennis die verband houdt met zijn onderneming of met zijn dienstbetrekking doet hieraan niet af. Als de betaling voor de werkzaamheden via een BV/personal holding loopt, kan er nog steeds sprake zijn van werkzaamheden op persoonlijke titel, die niet kwalificeren als ondernemerschap voor de btw.

Dat is in ieder geval verplicht voor facturen met een factuurdatum op of na 7 mei 2021.

Als er op of na 7 mei 2021 btw in rekening is gebracht voor een toezichthoudende functie, dan moet dit worden gecorrigeerd met een creditnota .

Nee, er is geen verplichting tot correctie voor de achterliggende periode. De staatssecretaris heeft in het Besluit expliciet aangegeven dat mag worden afgezien van correctie.

Als de btw aftrekbaar is voor de organisatie waar u commissaris bent , dan levert een correctie per saldo niets op. Dat is anders als de btw niet (volledig) aftrekbaar is, dan ontstaat er bij correctie een kostenbesparing. Dit geldt bijvoorbeeld bij financiële instellingen, onderwijs, zorg, woningcorporaties. Het indienen van correctie-aangiftes kan daarnaast ook administratieve kosten met zich meebrengen.

Formeel bepaalt de belastingplichtige (de commissaris) of om teruggave wordt verzocht. Er zal in de praktijk ongetwijfeld af en toe discussie ontstaan waarbij organisaties wijzen op de mogelijkheid om kosten te besparen. Er kan soms sprake zijn van een dilemma, als de commissaris extra kosten moet maken voor het corrigeren van de aangiftes, terwijl de btw-correctie geheel ten goede komt aan de organisatie. Het lijkt dan redelijk als de organisatie deze extra (externe) kosten voor zijn rekening neemt.

Om de btw terug te vorderen kunt u een suppletieaangifte indienen bij de Belastingdienst via het portaal waar u ook de btw-aangiften indient.

Zie voor een uitgebreide toelichting Terugvorderen te veel afgedragen btw

U kunt het lopende bezwaar intrekken en op de gebruikelijke wijze verzoeken om teruggave.

Het is aan te raden om dit af te stemmen met de Belastingdienst, om te voorkomen dat de afhandeling van het bezwaarschrift en het verzoek om teruggave door elkaar gaan lopen.

Voor commissarissen geldt als regel een bezoldigingsafspraak exclusief btw. Als de btw achteraf met terugwerkende kracht komt te vervallen en de toezichthouder ontvangt deze terug van de Belastingdienst , dan moet dit bedrag ook aan de organisatie worden terugbetaald.

Er kan soms ook discussie ontstaan of niet aan de organisatie terugbetaalde btw voor de Wet Normering Topinkomens tot de bezoldiging moet worden gerekend.

Nee, deze inkomsten blijven nu geheel buiten beschouwing. Dus als de overige inkomsten uit het btw-ondernemerschap lager zijn dan € 20.000 dan kan de Kleineondernemersregeling worden toegepast.

Op grond van de Kleineondernemersregeling bent u nu al vrijgesteld van btw-heffing en administratieve verplichtingen. Dat verandert niet.

Maar als u geen andere activiteiten heeft als btw-ondernemer, dan kunt u overwegen om de registratie als btw-ondernemer te beëindigen. Zie BTW-onderneming beeindigen

Ja, het vervallen van het btw-ondernemerschap speelt geen rol bij de vraag of er sprake is van inkomsten uit onderneming.