BTW-Nieuws


Btw besluit commissarissen mei 2021 nader toegelicht (augustus 2021)


De staatssecretaris heeft op 2 augustus 2021 een nadere toelichting op het besluit van mei 2021 gepubliceerd.


Voor commissarissen is het volgende van belang.


Commissarissen die in de periode tussen 13 mei 2019 en 7 mei 2021 hebben gehandeld als btw-ondernemer hadden recht op aftrek van voorbelasting van btw op kosten en investeringen. Dat recht op aftrek wordt niet aangetast als de commissaris ervoor zou kiezen om zijn facturen te corrigeren.


De bijgewerkte tekst van het besluit van mei 2021 is hier te vinden.

Commissarissen zijn niet langer btw-plichtig (mei 2021)


Commissarissen en leden van de Raad van Toezicht worden vanaf 13 juni 2019 voor hun toezichthoudende activiteiten (als regel) niet meer aangemerkt als btw-ondernemer. Dit blijkt uit het besluit van de Staatssecretaris van Financiën dat is gepubliceerd op 6 mei 2021.

Aanleiding tot het besluit zijn de eerdere arresten van het Europese Hof van Justitie in 2019 en de Hoge Raad in 2020.


Vastgesteld wordt dat leden van toezichthoudende organen hun functie als regel niet zelfstandig uitvoeren, de toezichthoudende activiteiten worden verricht als statutair lid van het toezichtsorgaan. Het ontbreken van zelfstandigheid blijkt uit de wet, onder andere voor NV, BV en pensioenfonds. Bij stichtingen en verenigingen moet dit aan de hand van de statuten worden vastgesteld. Bij toepassing van de modelstatuten voor de verschillende sectoren (o.a. zorg, onderwijs, woningcorporaties) Als regel zullen de modelstatuten tot de conclusie leiden dat er geen sprake is van zelfstandigheid. de statuten (stichting, vereniging) maar , opereren ontberen zelfstandigheid bij de uitoefening van hun werkzaamheden.

Het besluit geldt met terugwerkende kracht.


Arrest HR bevestigt uitspraak HvJ (juni 2020)

Op 26 juni 2020 heeft de Hoge Raad in en arrest aangegeven dat een lid van een bezwarenadviescommissie niet kwalificeert als btw-ondernemer. De uitspraak lijkt in lijn met het eerdere standpunt van het HvJ dat een commissaris niet kwalificeert als btw-ondernemer.

Verwacht mag worden dat de staatssecretaris nu nieuw beleid zal gaan publiceren over de btw-positie van commissarissen. Tot die tijd zal iedere individuele commissaris zelf met de Belastingdienst moeten afstemmen of er al dan niet sprake is van btw-ondernemerschap.

Hof van Justitie: commissaris met één commisariaat is geen btw-ondernemer (juni 2019)

Het Europese Hof van Justitie (HvJ) heeft op 13 juni 2019 in een uitspraak geconcludeerd dat een lid van de raad van commissarissen van een Nederlandse stichting niet zelfstandig economische activiteiten verricht en daarom niet kwalificeert als btw-ondernemer. Het ging daarbij om een zaak waarbij één commissariaat werd vervuld naast een functie in loondienst. Het Hof Den Bosch heeft deze kwestie voorgelegd aan het HvJ.

De Belastingdienst merkt op dit moment alle commissarissen aan als btw-ondernemer. Het is nog niet duidelijk of deze uitspraak van het HvJ ook zal leiden tot wijzigingen in het beleid van de Belastingdienst. En zo ja, dan is het de vraag voor welke groepen commissarissen nieuwe regels worden ingevoerd. Gelden deze uitsluitend voor werknemers in loondienst met één nevenfunctie als commissaris of lid van de Raad van Toezicht? Of geldt deze ook bij meerdere commissariaten? Het lijkt erop dat de uitspraak niet kan worden toegepast in situaties waarbij de toezichthoudende werkzaamheden in het verlengde liggen van andere activiteiten als (btw-)ondernemer.


Commissarissen die niet worden aangemerkt als btw-ondernemer brengen geen btw in rekening bij de organisaties waar zij commissaris zijn. Voor organisaties die de btw niet kunnen verrekenen leidt dit tot wat lagere kosten. De commissaris kan de over kosten betaalde btw niet langer verrekenen.Voor de commissaris kan dat een nadeel zijn.


De uitspraak van het HvJ is vanaf 1 januari 2020 overigens minder van belang omdat een nieuwe Kleineondernemersregeling voor de btw wordt ingevoerd. Commissarissen met een omzet tot € 20.000 kunnen worden vrijgesteld van btw-verplichtingen.