Besluit BTW-behandeling toezichthouders


Besluit van de staatssecretaris

De staatssecretaris van Financiën heeft op 6 mei 2021 een Besluit gepubliceerd waarin wordt toegelicht of en hoe commissarissen en toezichthouders btw moeten berekenen over hun activiteiten. Op 2 augustus 2021 is een nadere toelichting toegevoegd.

Voor commissarissen en toezichthouders betekent dit in veruit de meeste gevallen dat zij geen btw (meer) hoeven te berekenen over de vergoeding die zij hiervoor ontvangen, omdat er geen sprake is van zelfstandigheid bij de uitoefening van de toezichthoudende werkzaamheden.

Dit is anders als de betreffende commissaris of toezichthouder ‘individuele verantwoordelijkheid draagt voor de handelingen van het toezichthoudend orgaan’.


Aanleiding voor het besluit zijn de arresten van het Hof van Justitie d.d. 13 juni 2019 en de Hoge Raad d.d. 26 juni 2020.

De actuele versie van het besluit per 3 augustus 2021 vindt u hier.

Nadere toelichting

Bij natuurlijke personen die op persoonlijke titel, al dan niet op voordracht, zijn benoemd in toezichthoudende organen van de BV, NV, stichtingen, verenigingen en pensioenfondsen, is onder bepaalde voorwaarden geen sprake van zelfstandigheid bij de uitoefening van hun werkzaamheden. Als er geen sprake is van zelfstandigheid dan kwalificeert de toezichthouder voor deze werkzaamheden niet als ondernemer voor de btw.

Het is daarbij niet relevant of er meerdere commissariaten worden vervuld. Iedere toezichthoudende functie wordt afzonderlijk beoordeeld.

Besluit geldt ook voor declaraties via BV/Personal holding

Met ‘op persoonlijke titel’ wordt bedoeld dat de natuurlijk persoon in persoon is benoemd en de activiteiten los van zijn (eventuele) onderneming of van zijn (eventuele) dienstbetrekking verricht. Dat de natuurlijk persoon gevraagd wordt vanwege bepaalde specifieke kennis die verband houdt met zijn onderneming of met zijn dienstbetrekking doet hieraan niet af. Het enkele feit dat de betaling voor de werkzaamheden via een BV/personal holding loopt, betekent op zich niet dat de natuurlijke persoon de werkzaamheden niet op persoonlijke titel zou verrichten.

Wanneer is er geen sprake van ‘zelfstandigheid’ ?

Ondanks het ontbreken van een arbeidsovereenkomst is geen sprake van zelfstandigheid, als uit de wet en/of de statuten blijkt dat de toezichtwerkzaamheden op naam van en onder verantwoordelijkheid van het toezichthoudende orgaan worden verricht én dat de leden geen individuele verantwoordelijkheid dragen voor de handelingen van de raad die zijn vastgesteld in het kader van de juridische vertegenwoordiging van de rechtspersoon. Dit is het geval bij een statutair toezichthoudend orgaan dat als zodanig en als geheel tot taak heeft om toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken bij de rechtspersoon en de daarmee verbonden onderneming of organisatie. De natuurlijk persoon is dan als statutair lid juridisch onderdeel van de rechtspersoon voor namens het toezichtsorgaan uitgevoerde handelingen.

Terugwerkende kracht tot 13 juni 2019

Commissarissen kunnen met ingang van 13 juni 2019 een beroep doen op het besluit. Dit betekent dat btw, die u vanaf 13 juni 2019 heeft afgedragen over uw vergoeding voor uw toezichthoudende werkzaamheden kunt terugvorderen. De Staatssecretaris staat ook toe om voor de periode vanaf 13 juni 2019 tot en met 6 mei 2021 hier niet op terug te komen.

Zie voor nadere informatie de pagina's

Vraag & Antwoord vervallen btw-plicht

Terugvorderen te veel afgedragen btw

Verrekenen van terugontvangen btw met de organisatie